Onderzoek naar koempelmentaliteit

Eva in gesprek met een oud-mijnwerker
Eva in gesprek met een oud-mijnwerker

Van november tot en met december 2018 deed sociologe Eva Mos van de Universiteit van Amsterdam (UvA) in opdracht van het Migratiemuseum Heerlen onderzoek naar de koempelmentaliteit: de mentaliteit van kameraadschap of broederschap ondergronds. Het onderzoek van Eva resulteerde in een zoektocht naar de sociale verbanden ondergronds, de verschillende nationaliteiten die hier bij elkaar kwamen en de rol die het begrip koempelmentaliteit daarin speelde. 

Een onderzoek naar koempelmentaliteit zou jaren kunnen en misschien wel móeten duren maar wij hadden drie maanden. Samen met de speciaal gevormde adviescommissie, bestaande uit Eddy Appels (visueel antropoloog), Sabine Luning (antropoloog en universitair docent aan het Instituut voor Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie aan de Universiteit Leiden) en Jan Rath (hoogleraar Stedelijke Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam) , bepaalden we wat in zo’n korte tijd realistisch was. 

Eva Mos interviewde in deze periode 14 oud-mijnwerkers, migrant-mijnwerkers en experts. Haar bevindingen vertaalde ze naar wekelijkse blogs waarin ze telkens vanuit een nieuw perspectief het licht wierp op koempelmentaliteit, om zo te komen tot een begrip van wat zich ondergronds en bovengronds afspeelde. Van hoe er ondergronds gewerkt werd (het arbeidsethos), een zinvolle oudedagsvoorziening tot in- en uitsluiting. Koempelmentaliteit raakt dan ook aan vele debatten: hoe wordt er met het verleden omgegaan? Welke verschillende betekenissen hangen mensen aan het verleden? Zorgde koempelmentaliteit voor de inclusie van nieuwkomers?

Eva Mos heeft 8 blogs gepubliceerd. Deze zijn hier te lezen: 

  1. De start van een onderzoek
  2. Koempelmentaliteit in reactie op hogere rangen
  3. Koempelmentaliteit als situationele staat van zijn
  4. Lekker schelden
  5. Strijd om de echte koempelmentaliteit
  6. Koempelmentaliteit als retrospectief concept
  7. Koempelmentaliteit als inclusie
  8. Epiloog en nabeschouwing